post

“Hoe meer je weet over een woord, hoe sneller je het kunt lezen.” Onderzoekers hebben recentelijk aangetoond dat de hersenen woorden met concrete betekenissen sneller herkennen dan abstracte woorden en woorden die worden geassocieerd met grote omvang sneller herkennen dan woorden die geassocieerd worden met een kleine omvang. Zo reageren proefpersonen sneller op het woord “olifant” dan op het woord ‘’muis.’’

De snellere respons voor concrete woorden lijkt te zijn gebonden aan hun visueel-ruimtelijke impact: iets dat een mentaal beeld van iets groots oproept lijkt ook sterkere mentale aandacht te trekken.

Voor abstracte woorden, is er wat anders aan de hand. Proefpersonen reageren sneller op woorden als “paradijs” of “ramp” (woorden geassocieerd met gevoel van grootsheid) dan “bescheiden” of “intiem” (concepten gebonden aan een gevoel van iets kleins). Deze verschillen leken te worden geassocieerd met een hoger niveau van emotionele opwinding bij deze woorden die verbonden zijn met een gevoel van grootsheid.

Deze bevindingen werpen licht op de vroege ontdekking dat mensen met dyslexie de neiging hebben te struikelen over kleine, abstracte woorden van de taal. Deze woorden zijn de zeer kleine functiewoorden van de taal: niet alleen zijn woorden zoals “aan” of “bij” orthografisch klein en abstract, maar hun betekenis heeft ook de neiging om minder emotionele gevoelens op te roepen.