Leerproblemen is een algemeen gebruikte term. Toch dient men onderscheid te maken tussen primaire leerproblemen (leerstoornissen) en secundaire leerproblemen.
Kinderen met primaire leerproblemen, of wel leerstoornissen, hebben leerproblemen die persistent (blijvend) zijn. Deze kinderen hebben een bepaalde ‘neurologische afwijking’ in de hersenen. Ze hebben moeite met het automatiseren van bepaalde vaardigheden. Deze leerproblemen zijn vaak specifiek voor één gebied, zoals technisch lezen of rekenen. Voorbeelden van primaire leerproblemen (leerstoornissen) zijn bijvoorbeeld dyslexie en dyscalculie.
Men spreekt van secundaire leerproblemen als het leerprobleem zich uitstrekt over alle gebieden. Vaak is er dan sprake van een beneden gemiddelde intelligentie. Secundaire leerproblemen kunnen ook het gevolg zijn onvoldoende stimulatie vanuit de omgeving. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het onderwijs aan een kind ontoereikend is geweest. Verder kan een kind tijdelijk leerproblemen vertonen, vaak is dit het gevolg van externe factoren zoals bijvoorbeeld een scheiding.